10 tips voor zonne-energie op basisscholen

Waar moet je op letten wanneer je als basisschool zonnepanelen wilt aanschaffen? Deze vraag stond centraal in een onderzoek dat Energy Indeed de afgelopen maanden uitvoerde in opdracht van de gemeente Eindhoven. Het onderzoek wordt gebruikt voor het plaatsen van zonnepanelen op scholen in Eindhoven, maar de resultaten zijn misschien ook daarbuiten interessant. Daarom volgen hieronder in het kort tien aandachtspunten:

1. Wie is waarvoor verantwoordelijk?
In veel gevallen betalen basisscholen zelf hun energierekening, maar is de gemeente verantwoordelijk voor de buitenkant van het gebouw en de verzekering. Het plaatsen van zonnepanelen valt of staat in een dergelijke situatie bij de medewerking en goede wil van beide partijen, plus de verzekeraar. Het is aan te raden om hen allen vroegtijdig te betrekken.

2. Wie kan financieren?
Er zijn grofweg drie manieren om de zonnepanelen te financieren: (1) de school betaalt, (2) de gemeente betaalt of (3) een derde partij betaalt. Alle drie de manieren komen in praktijk voor en er is niet één best-practice. De derde variant kan een mooie uitkomst bieden voor het financieringsvraagstuk, maar pas op voor de kleine lettertjes in langdurige contracten.

3. Welk type elektriciteitsaansluiting is aanwezig?
Voor de terugverdientijd van de zonnepanelen is het van belang om te weten of de school een kleinverbruiksaansluiting heeft. Dit is een aansluiting van maximaal 3 keer 80 Ampère. Als dit het geval is, dan mag de school salderen. Salderen is gunstig voor de terugverdientijd, want hierdoor ontvangt de school meer geld voor het terugleveren van elektriciteit.

4. Hoe ziet het verbruikspatroon eruit?
Aan de hand van het verbruikspatroon van een school kan worden ingeschat hoeveel elektriciteit de school zal terugleveren aan het elektriciteitsnet. Dit is voor kleinverbruikers vooral van belang als de elektriciteitsleverancier de wettelijke salderingslimiet van 5.000 kWh per jaar hanteert. Dit geldt voor het merendeel van de elektriciteitsleveranciers.

5. Waar zit de meterkast en wat is hierin aanwezig?
De locatie van de meterkast is van belang in verband met de (kosten van de) bekabeling. In de meterkast moet gecontroleerd worden of er al een lege groep aanwezig is en of de energiemeter het terugleveren van elektriciteit kan registreren. Eventueel kan bij de netbeheerder een nieuwe energiemeter worden aangevraagd.

6. Wat is de staat van de dakbedekking?
Als het dak in slechte staat is, dan kan het verstandig zijn om de vervanging van het dak naar voren te halen of de plaatsing van de zonnepanelen naar achteren.

7. Wat is de draagkracht van het dak?
De extra belasting van een zonne-energiesysteem bedraagt op een schuin dak circa 10-15 kg/m2 en op een plat dak circa 15-25 kg/m2. Er zijn echter zwaardere en lichtere producten op de markt, dus het is verstandig om bij de leverancier altijd duidelijk de belasting van de zonnepanelen inclusief montagemateriaal op te vragen.

8. Wat is de schaduw, helling en oriëntatie van het dak?
Zonnepanelen worden in serie geschakeld. Dit betekent dat het zonnepaneel met de laagste opbrengst bepalend is voor de opbrengst van het hele systeem. Daarom: beter géén paneel erbij dan een paneel erbij op een slechte plek. De ideale plaatsing voor een zonnepaneel is onder een hoek van circa 36 graden in de volle zon op het zuiden.

9. Wat is de bereikbaarheid van het dak?
Het dak moet bereikbaar zijn voor onderhoud, maar onbereikbaar voor dieven of vandalen. Het is daarom aan te bevelen om de zonnepanelen niet op lage daken te plaatsen en om bijvoorbeeld een opklimbeveiliging aan te brengen.

10. Wat is de kwaliteit van de zonnepanelen en de installatie?
Voor zonnepanelen, omvormers en (sinds kort) voor installateurs daarvan bestaan verschillende keurmerken. Ter afweging is het vaak verstandig om meerdere offertes op te vragen en om naast de keurmerken goed te letten op relevante ervaring.

Mark Meijer - 23 september 2012
mark@energyindeed.com

Mark Meijer MSc.
mark@energyindeed.com